Stijlvast Andrea van Pol

‘Jongensachtige kleren vind ik nou eenmaal leuker

Al van jongs af aan is Andrea van Pol (58), radio- en tv-presentator en dagvoorzitter, een tomboy. Strak zittende kleding is aan haar niet besteed, hoge hakken evenmin. ‘Ik vermoed een complot bij de NOS: alle vrouwen moeten wiebelend op die hakken door de studio.’

Stijlvast Andrea van Pol

‘Jongensachtige kleren vind ik nou eenmaal leuker

Al van jongs af aan is Andrea van Pol (58), radio- en tv-presentator en dagvoorzitter, een tomboy. Strak zittende kleding is aan haar niet besteed, hoge hakken evenmin. ‘Ik vermoed een complot bij de NOS: alle vrouwen moeten wiebelend op die hakken door de studio.’

In deze serie vertellen mensen over hun stijlvaste (én stijlvolle) garderobe. Waarom dragen zij wat ze dragen? Lees hier alle interviews.

‘Ik heb het idee dat ik eruitzie als iemand die in between ages en in between sexes is. Nu ik ouder word, word ik iets vaker ‘mevrouw’ genoemd, maar lang was het voor mensen onduidelijk hoe ze me moesten aanspreken. Dat begrijp ik wel. Jongensachtige kleren vind ik nou eenmaal leuker, en bovendien veel lekkerder zitten.

‘Mijn uiterlijk correspondeert met mijn innerlijk. Mannen, vrouwen, en van links tot rechts: ik kan volgens mij met iedereen goed omgaan. Mijn korte haar, lichaamslengte en androgyne kledingstijl maken me benaderbaar. Als je een oogverblindende babe bent, zijn mensen wellicht sneller afgeleid. Zelf sta ik juist een beetje los van alles en iedereen: ik lijk niet op een doorsnee vrouw, maar ook niet op een doorsnee man. Dat past bij mijn rol op het podium.

‘Al van jongs af aan ben ik een tomboy. Mijn broer en ik waren altijd samen aan het spelen. Hij werd met zijn knappe gezichtje en iets langere haar vaak een meisje genoemd, ik juist een jongen – de laatste keer dat ik lang haar had, was ik geloof ik 7. Jurken en rokken heb ik nooit gedragen.’

Onprettig

‘Ik word helemaal naar van alles dat strak zit. Het voelt zó onprettig. Als ik mensen in dat soort kleren zie, denk ik: wauw. Daar zie je toch een beetje de tirannie van trends, van de mode in terug. Neem nou het colbert. Vrouwencolbertjes hebben nooit zakken of héle kleine – waar je niets in kunt doen – omdat zakken het silhouet zouden verpesten. Dat is toch onhandig? Vrouwen, kom eens in actie!

‘Wat betreft die korte coupe, tja, die vind ik nou eenmaal het beste bij me staan. Ik ben al niet groot, langer haar zou me nog kleiner doen lijken. Ik denk dat veel meer vrouwen hun haren kort zouden moeten knippen, maar blijkbaar is lang haar nog steeds de norm. Ach, als ik maar lang genoeg volhoud, wordt het op een gegeven moment wel weer een trend.

NOS Journaal-presentatrice Annechien Steenhuizen heeft een mooie korte coupe, maar draagt dan wél weer steevast torenhoge stiletto’s. Toch jammer. En hoe leuk zou het zijn als weervrouw Willemijn Hoebert haar hakken eens inruilt voor kaplaarzen op dagen dat het regent. Ik vermoed dat er sprake is van een complot bij de NOS, waardoor alle vrouwen wiebelend door de studio moeten.’

‘Fijne schoenen waar ik een beetje in kan rondrennen – podium op, podium af en dwars door het publiek – zijn onmisbaar.’

Camouflagebroek

‘Ik draag graag felle kleuren, afhankelijk van het seizoen. Rood, groen, maar ook knalgeel. En ik heb meerdere geruite jasjes, een ruit doet het altijd goed. Vroeger kon je me echt uittekenen in een stoere camouflagebroek. Die zit zo lekker, en kan ik ook nog eens combineren met een ander stoer óf chic item. Tegenwoordig probeer ik erop te letten dat ik ’m niet te vaak draag – net zoals je ook niet vaker gezien wil worden in dezelfde galajurk.

‘Voordat ik als presentator het podium opmoet of een tv-item ga draaien, denk ik samen met mijn stylist echt goed na over wat ik aan ga doen. Voor welke gelegenheid is het, en waar heb ik zin in? Voor een evenement zoals de Dutch Design Awards ben ik helemaal op m’n qui-vive. Een saaie hobbezak past dan niet bij mijn rol op het podium. Fijne schoenen waar ik een beetje in kan rondrennen – podium op, podium af en dwars door het publiek – zijn onmisbaar.

‘Ik lees me altijd heel goed in voor een presentatie of interview, omdat ik in de praktijk dan meer durf te improviseren. Ik kan immers altijd terugvallen op mijn voorbereiding. Zo werkt het met kleding ook: heb ik eenmaal een outfit aan die lekker zit, dan voel ik me vrij en hoef ik dáár niet meer aan te denken.’